Editie 85: Theo Sieben

Theo Sieben is zanger, gitarist en banjospeler. Hij werkt en speelt regelmatig met Jelle Paulusma, in wiens liveband hij speelt. Daarnaast werkt hij meerdere malen samen met componist Vincent van Warmerdam voor film en zijn eigen plaat Until Grass. Ongeveer vanaf 2000 speelt Theo Sieben ook solomateriaal, eerst nog met band maar later staat hij alleen op het podium. In 2015 verschijnt zijn derde soloalbum met de voorlopige titel Delphinidin, Until Grass in 2011 en Invite To Dance in 2012. Meer dan zijn eerdere albums wordt dit een op blues georiënteerde plaat.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Zwarte muziek en klassieke muziek
Theo Sieben groeit op in het Brabantse Asten, tussen Helmond en Weert. Van huis uit is het muziek maken niet bepaald met de paplepel ingegoten. Theo’s vader heeft altijd wel goed accordeon en mondharmonica kunnen spelen, maar is daar mee opgehouden toen hij ging werken. Tegenwoordig speelt hij nog maar zelden. Theo Sieben raakt via de energie van artiesten als Little Richard en vrienden in Asten gedreven om zelf muziek te gaan maken. Theo’s keuze valt logischerwijs op de gitaar, omdat met dat instrument het meeste kabaal mee te maken is. Eenmaal op de middelbare school in Deurne speelt hij in enkele (school-)bandjes, waarmee hij voornamelijk rockmuziek speelt. Voor volksmuziek heeft hij dan (naar eigen zeggen) nog geen geduld. Voor klassiek gitaar geldt dit wel, mede door de gitaarleraar die Theo Sieben de kunst van het gitaarspelen leert. Die geeft namelijk alleen les in klassieke muziek. Zo kan het ook gebeuren dat Theo – die graag verder wil komen in de muziek – in 1987 klassiek gitaar en elektrische gitaar gaat studeren aan het Conservatorium van Maastricht. In 1992 rondt hij die opleiding succesvol af en trekt hij de wijde wereld in, zij het niet met klassiek gitaarspel.

Van Rudolph Dancer naar film en theater
Een van de eerste groepen waar Theo Sieben deel van uitmaakt is de ‘bad taste’-band Rudolph Dancer. De groep, in 1995 gevormd rondom zanger en saxofonist Michiel van Leeuwen (Gruppo Sportivo, Herman Brood, Raggende Manne). De ‘getuigenis van slechte smaak’ zat hem vooral in het principe dat het recept voor hun muziek vooral vaste akkoordenschema’s, coupletten, refreinen en bruggen uit den boze waren. Ondanks of misschien wel dankzij dat principe is de band toch op televisie en radio te zien. Zo draait VPRO-programmamaker Edwin Brienen de muziek geregeld in zijn programma. Het nummer Far From Jesus wordt door hem in 2001 voor de speelfilm Terrorama gebruikt. Het is min of meer een voorbode voor het latere werk van Theo Sieben, die meer voor film en theater gaat werken. Hij speelt onder andere als muzikant in filmmuziek (en enkele theaterproducties) van componist-muzikant Vincent van Warmerdam. In 2009 componeert hij zelf zijn eerste filmmuziek voor de telefilm Witte Vis. Het is het begin van een langere samenwerking met regisseur Remy van Heugten.

Theo Sieben solo
Na zijn studie klassiek gitaar is Theo Sieben zich vooral gaan toeleggen op meer traditionele muziek. Zo reist hij samen met fiddler Judith Kolen naar de Verenigde Staten om ter plekke in de leer te gaan bij mensen die de regionale traditionele muziek met de paplepel hebben binnengekregen. Belangrijke rol daarin speelt de Amerikaanse plaats Asheville, gelegen op ongeveer 50 kilometer ten westen van Nashville in de staat Tennessee. Theo leert er onder andere de typische stijl van banjospelen. Theo’s eigen muziek is doordrenkt van de Amerikaanse folkmuziek. Vanaf 2000, 2001 gaat hij de boer op met zijn eigen liedjes. Aanvankelijk nog met een band, maar tegenwoordig speelt hij vooral solo. Na enkele albums in eigen beheer en met een minimaal budget te hebben uitgebracht, verschijnt in 2011 zijn eerste plaat Until Grass bij Kletter Recordings. Net als bij zijn live-optredens bespeelt Theo Sieben de meeste instrumenten op de plaat zelf; op enkele nummers heeft hij de hulp ingeroepen van muzikale vrienden en collega’s, waaronder zijn vrouw, fiddler Judith Kolen. Met zijn muziek speelt hij onder andere op hèt folkfestival van Nederland (Folkwoods), Noorderzon en op het Flachland festival in Berlijn.
Een jaar later verschijnt de opvolger Invite to Dance, wederom bij Kletter Recordings. Op de plaat ook bijdrage van percussionist Rob Klerkx en gitarist Jelle Paulusma, beiden van de band Paulusma, waar Theo Sieben al jaren in de liveband speelt. Jelle Paulusma en Theo Sieben spelen tussen 2008 en 2012 ook in Rob Klerkx’ band Klerkx & The Secret.

Over Paulusma gesproken: eind 2014 verschijnt de zeer goed ontvangen plaat ‘Pulling Weeds’, met daarop onder andere enkele bijdragen van Sieben. Momenteel is Theo Sieben bezig met de voorbereidingen voor de clubtour met die band. April 2015 zal voor hem mede in het teken staan van de release van Theo’s derde soloplaat, het meer op blues georiënteerde Delphinidin. Meer daarover, waaronder ook de plekken waar hij verder live te zien is, op de website van Theo Sieben. Daar zijn ook de eerdere albums van Theo te bestellen.

Editie 84: Marjolein van der Heide

Zangeres Marjolein van der Heide heeft een repertoire van melancholische en nostalgische Nederlandstalige liederen. Ze begeleidt haar muziek op piano, en laat zich daarbij vergezellen door een trompettist of celliste. Of het nu gaat om een verloren liefde, dementie of een ongeluk: niks is haar te droevig of te zwaar om te worden bezongen. Thema’s die in het Franse chanson veel meer gemeengoed zijn, maar waarmee in Nederland toch enigszins voorzichtig omgesprongen wordt. Niet wat Marjolein betreft, dus. Begin oktober presenteert Marjolein van der Heide haar eerste EP Ode in het knusse try-outpodium Het Perron in Amsterdam. Op deze cd een selectie van vijf nummers van eigen hand en het vrij onbekende nummer van Ramses Shaffy, Ik heb jou als een deur achter mij dichtgedaan. De cd is onder meer verkrijgbaar bij optredens en via haar eigen website.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet


Op 13-jarige leeftijd begint Marjolein van der Heide met pianospelen. In het ouderlijk huis weerklinkt veel jazz, blues en klassieke muziek, maar indertijd is het vooral het oudere werk van zangeres-pianiste Tori Amos die haar inspireert. Het zet haar aan tot het schrijven van eigen nummers. Aanvankelijk zijn dat nummers met Engelstalige teksten. Na de middelbare school overweegt ze daar haar vak van te maken en meldt ze zich aan voor een particuliere muziekopleiding. Maar na enige tijd de theorie en praktijk te studeren concludeert Marjolein dat dat (op dat moment) niet het juiste is om te doen. Ze stopt voortijdig met de opleiding en studeert in Utrecht zowel Kunstmatige Intelligentie en rechten aan de Universiteit van Utrecht.

Dat betekent allerminst dat de muzikale ontwikkeling stil komt te liggen. Als studente volgt Marjolein van der Heide talloze muzikale cursussen en workshops bij het Utrechts Cultuurcentrum Parnassos. Haar eigen teksten blijft ze in het Engels schrijven. Tot ze het boek ‘Tonio’ van A. F. Th. van der Heijden leest. Zoals bij het lezen van een gedicht de lezer een melodie kan binnenvallen, schiet haar de tekst voor het nummer ‘Tonio’ te binnen. Ze schrijft een muzikale begeleiding bij de tekst en brengt het ten gehore op diverse open podia. Daar krijgt ze zoveel positieve reacties op, dat het Marjolein beweegt om voortaan in het Nederlands te schrijven.

Aanmoediging
Toch blijft er ‘de eeuwige twijfel’, de artiest die wikt en weegt. Vragen als ‘Is wat ik maak goed genoeg?’ en ‘Waarom zou ik, iemand die voor de hobby maar wat liedjes schrijft, met zoveel mensen die hetzelfde willen, toch doorzetten?’ Dan is er een weekeinde, een masterclass bij Erik de Jong en Martin Buitenhuis. Het is een treffen met niet alleen deze muzikanten, maar ook met andere collega-muzikanten. Iedereen blijkt met dezelfde twijfels te zitten, ondanks het talent waarover ze volgens de meesters over beschikken. Het is een aanmoediging die Marjolein van der Heide sterkt haar werk voort te zetten en meer kracht bij te zetten. Daarvoor zijn goede opnames van belang. Ze gaat aan de slag voor de opnames van haar debuut-EP, die in september 2014 verschijnt.

Ode
Voor de opnames van de EP werkt Marjolein van der Heide samen met onder meer trompettist Gerald van Dijk, die zelf een aantal platen uitbrengt met onder andere Hans Dulfer. Daarnaast werkt celliste Esther Torrenga (speelt onder andere bij Residentie Orkest) mee aan de opnames. De cd is in september gepresenteerd in een uitverkocht theater ‘Het Perron’ in de Jordaan. De cd is te verkrijgen bij optredens en door een e-mail te sturen naar Marjolein.

Meer trompet
Marjoleins muzikale toekomst bevat naast de piano en de zang ook de trompet. Op haar EP is Gerald van Dijk al te horen. Bij het voorbereiden van diens partijen merkt ze dat het nuttig kan zijn om het instrument zelf te beheersen. Begin 2014 besluit ze niet op vakantie te gaan, maar het geld te besteden aan de aanschaf van een trompet en lessen te volgen in het instrument. Ze is vastberaden om het instrument breder te gaan inzetten, en zelf ook te spelen tijdens haar liedjesprogramma. In het interview komen haar grootste inspiratoren naar voren.

Voor meer informatie over komende optredens van Marjolein van der Heide, bekijke men dier website. Daarnaast schrijft Marjolein recensies van concerten en albums van muzikanten voor de website Nadelunch.com. Lees hier verder.

Editie 83: Wim Dekker

Wim Dekker (1959) is oprichter en eigenaar van het platenlabel Blowpipe Records, dat gespecialiseerd is in zowel eclectische als ingetogen (voornamelijk) elektronische artiesten, zoals Rooie Waas, Heartsnatcher en Elektra. Maar ook in andere genres zoekt Wim Dekker voor het label en zichzelf de uitgesprokener stromingen in de muziek: zo vindt keyboardspeler Harry Merry er zijn heenkomen en brengt hij het materiaal van Grey Lotus uit. Daarnaast heeft Dekker sinds jaar en dag een voorliefde voor de Oost-Europese cinema, die hij in het westen uitbrengt onder zijn dvd-label Moskwood. Verder speelt hij als toetsenist in synth-groepen als Minny Pops en Smalts. In de bijna veertig jaren dat Wim Dekker actief is in de muziek, werkt hij verder onder andere in de platenzaken Boudisque en Amigos (zijn eigen zaak in Haarlem), produceert hij hiphop en rockmuziek, werkt hij bij platenmaatschappij Virgin, promotor MOJO, heeft hij een galerie voor Oost-Europese kunst, richt hij mede de club Streetlife in Amsterdam op en werkt hij in de jaren ’90 voor de RoXY.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

In het kielzog van de punk
Het zaadje voor Wim Dekkers muzikale bestaan en vorming is geplant in het begin van de jaren ’70. Een oudere buurjongen, waar Dekker dan geregeld mee voetbalt, heeft een indrukwekkende muziekcollectie. Om dat te kunnen delen, trekken ze een kabeltje tussen beider slaapkamerraam. Wim Dekker wordt aangestoken door de progressieve rock en andere alternatieve muziekstromingen die vervolgens door zijn luidsprekers galmen. Ondertussen begint de synthesizer aan een indrukwekkende opmars in de muziek. Het is vooral producer Brian Eno’s sferische synthesizermuziek en Roxy Music die Wim Dekker aanspoort zelf ook een synthesizer aan te schaffen. In de kelder van het ouderlijk huis probeert hij de werking van het apparaat (in die tijd gewoon nog zonder voorinstellingen) te doorgronden. Het resulteert in enkele sferische nummers, waarvan er ook één in de uitzending te horen is (Yellow Serpent). Als tiener komt Dekker geregeld in de Amsterdamse platenzaak “No Fun”, waar hij met name op zoek is naar de bands die in het kielzog van de punkmuziek opduiken. Want hoewel hij enthousiast wordt van de energie van punk, zoekt hij het in de muziek ook dan al meer in de wat experimenteler takken van sport.

Studio 12, Oktopus en ULTRA
In diezelfde periode woont Wim Dekker met wat vrienden in een gekraakte villa in het sjieke en lommerrijke Aerdenhout. Via de vriend van zijn zus, Ivo Schalkx (Nexda), komt hij ook bij het Haarlemse culturele krakersbolwerk  ‘Studio 12’ terecht, de voormalige burelen van het Haarlems Dagblad aan het Klein Heiligland in het centrum van de stad. Bij studio 12 houdt Dekker zich met allerhande zaken bezig, zo heeft hij ook meermaals de livemixage verzorgd bij eerder genoemde band Nexda en organiseert hij concerten voor Studio 12. Omdat hij in de tijd veel pendelt tussen Amsterdam en Haarlem leert Wim Dekker ook de Amsterdamse scene goed kennen. Daarnaast sluit Wim Dekker zich in 1979 aan bij de Amsterdamse band Minny Pops. In de loop der jaren vormt het wereldje in en rond Studio 12 een geheel eigen muzikaal geluid. Studio 12 en Minny Pops zijn belangrijke pionnen in de zogeheten Ultra-beweging , een vooruitstrevende en grensverleggende stroming in de muziek die het actiefst is in de periode 1980-1981.

Wally van Middendorp, oprichter van Minny Pops, organiseert veel Ultra-avonden in het Amsterdamse jongerencentrum Oktopus aan de Keizersgracht. Het is een plek waar Wim Dekker ook veel te vinden is. Amsterdam is met Haarlem een van de steden waar de Ultra-beweging het prominentst is. Wie meer wil weten over de Ultra-beweging en de bijzondere verhalen die er mee samenhangen: in 2012 is er een boek verschenen over de beweging, geschreven door Harold Schellinx: Ultra (Dutch Media Uitgevers, ISBN 9789048812400).

Minny Pops en Smalts
De muziek van Minny Pops, de band waarin Wim Dekker sinds 1979 synthesizer speelt, wordt uitgebracht op het label Plurex van zanger Wally van Middendorp. Als Wim Dekker zich bij de band voegt heeft Minny Pops al een album uitgebracht, Drastic Measures, Drastic Movement. Deze en andere platen van de band vallen ook in Groot-Brittannië in goede aarde; in de jaren ’00 wordt het werk van Minny Pops opnieuw uitgebracht op het new wave/elektronica/postpunk-label LTM uit Edinburgh. Ook verzorgt de band in de jaren ’80 een tour door de Verenigde Staten. Nadat in 1985 de vierde LP van Minny Pops verschijnt (4th Floor) besluit bandleider Van Middendorp de activiteiten rond de groep te staken. Pas in de jaren ’10 van deze eeuw komt de groep, mede door de nog altijd aanwezige interesse vanuit het buitenland, weer bij elkaar en staan er een aantal nieuwe heruitgaves van oude platen alsmede nieuwe opnames in het verschiet. De heruitgaves zijn in Nederland door Blowpipe uitgegeven, het label van Wim Dekker.
Een andere band waarin Wim Dekker in speelt, is Smalts. Dekker vormt de groep met een bandgenoot uit Minny Pops (Pieter Mulder). Andere bandleden zijn Zip Boterbloem en Rubin Ootes. Vergeleken met het werk van Minny Pops is de muziek van Smalts speelser en ritmischer. In 1982 verschijnt er een single van band en belandt er muziek van de groep op een verzamelaar van de VPRO. Het album ‘It’s Good To Be On A Well-Run Ship’ is in 2003 de eerste uitgave van het eerder genoemde label Blowpipe Records. Daarna blijft de band tot de dag van vandaag muziek maken en optreden.

Platenzaken: Amigos en Boudisque
Naast de eerder genoemde Amsterdamse platenzaak No Fun, zijn er nog twee belangrijke platenzaken in het leven van Wim Dekker. Amigos 1980 begint hij zelf (in navolging van No Fun) in zijn muzikale uitvalsbasis Haarlem. Hij verkoopt er zowel kleding als punk- en reggaeplaten (Dekker is ook een groot liefhebber van het vroege werk van Lee “Scratch” Perry). En hoewel de Haarlemse tieners het vooral gebruiken als toevluchtsoord bij het spijbelen van school, vinden er ook een aantal (zeker achteraf bezien) bijzondere optredens plaats in zijn winkel. De band The Ex houdt er bijvoorbeeld hun debuut-LP ‘Disturbing Domestic Peace’ ten doop. Het is een optreden waar hij nog altijd goede herinneringen aan heeft. Als eigenaar van een platenzaak ben je zeker in die tijd aangewezen op de import van Boudisque aan de Haringpakkerssteeg in Amsterdam. Wim Dekker komt er zelf geregeld om de nieuwste internationale uitgaves te kopen.
Als hij na een jaar stopt met zijn eigen platenzaak Amigos kan Wim Dekker al rap aan de bak bij de groothandel van Boudisque aan de slag. Hij is er niet alleen verkoper/adviseur in de winkel, maar hij verzorgt ook de mixage van enkele singles en albums. Boudisque is namelijk naast importeur/distributeur en platenzaak ook een platenlabel. Zo kan het gebeuren dat Wim onder het ‘pseudoniem’ Wim Decker de eerste Nederlandse hiphopproductie produceert, van breakdance- en electric boogie-formatie Alex & the City Crew. De single Say What Say Who verschijnt in 1983.

Liefde voor de Oost-Europese kunsten
In de jaren dat Wim Dekker bij Boudisque werkt, helpt hij vele bekende en onbekende muziekliefhebbers aan passende platen en singles. Onder hen ook Jan Douwe Kroeske, die hem influistert dat er op dat moment juist een interessante post vrij is gekomen bij de vestiging van Virgin Records in Hilversum. Het is zijn eerste ervaring bij een ‘grote jongen’, die niet altijd even goed bevalt. Desondanks is het werk zeer leerzaam; en het biedt vele inkijkjes  in de keuken van een grote platenmaatschappij: zowel als het gaat om het werk als plugger, promotie in het algemeen als het vermarkten van muziek. Het is net voor die periode dat Dekker op een filmfestival kennis maakt met de Russische cinema. In dat deel van Sovjetunie is door de perestrojka een culturele renaissance gaande en een deel van de kunst bereikt ook het westen. Wim Dekker is zeer onder de indruk van de kwaliteit van de film, en weet beslist dat de kwaliteit ervan niet op zichzelf kan staan. Het idee voor een eigen distributielabel voor Oost-Europese cinema is geboren. Na zijn periode bij Virgin gaat Dekker vol op het orgel met zijn eigen bedrijf Moskwood, dat opgericht is in 1989 en tot de dag van vandaag nog altijd bestaat. Al is door de centralisatie van de markt in de afgelopen jaren, toen Free Record Shop onder andere Van Leest opkocht en de dvd- en vhs-afdeling van andere winkels ging beheren en de (nieuwe) film min of meer een ramsj-product leek te worden de markt behoorlijk ingezakt.
De liefde voor de Oost-Europese kunsten reikte overigens verder dan alleen de cinema. Wim Dekker heeft ook een periode de galerie Karass gehad aan de Kleine Houtweg in Haarlem. In de galerie, die nu alleen nog online bestaat, verkoopt hij beeldende kunst uit Oost-Europa.

Streetlife en de RoXY
Aan de waslijst met organisaties waar Dekker een belangrijke rol speelt kunnen ook de Amsterdamse clubs ‘Streetlife’ en Roxy worden toegevoegd. Streetlife start Wim Dekker onder andere met Wally van Middendorp en Michiel Kleiss in 1983. Het moet een club worden waar zowel rap als new wave gedraaid worden. Op clubavonden willen ze de populaire muziek afwisselen met varieté-acts, van kunstfluiters tot bandparodisten. Wim Dekker verzorgt er de programmering en regelt de enorme lading aan artiesten uit het varietéwereldje. Het drietal heeft indertijd nog te weinig financiële armslag om de club definitief te vestigen en Streetlife sterft een vroege dood.

Michiel Kleiss, ook bekend als de DJ Xavier Perec, gaat in 1990 aan de slag als directeur van de roemruchte Amsterdamse club RoXY. Hij is ook mede verantwoordelijk voor de oprichting van het aan de club gelieerde label Kubin. Ook Wim Dekker komt, inmiddels woonachtig in Amsterdam, in 1996 als freelancer bij de club terecht. Ook Wim doet werk voor het Kubin-label, dat enkele hoogstaande compilaties uitbrengt op 12″-vinyl en op compactdisc. Daarnaast produceert hij de film Mondo RoXY, een film die wordt gemaakt ter ere van het 10-jarig jubileum van de club.

Blowpipe, 2003-heden
Na een periode werkzaam te zijn geweest voor promotor MOJO begint Dekker zijn eigen label. De eerste plaat die het label uitbrengt is de Smalts-plaat It’s Good to Be On A Well-Run Ship. Het is het startschot voor het label, dat zich richt op uitgesproken en vooruitstrevende muziek, een label dat platen uitbrengt die Wim Dekker zelf ook zou kopen. In tien jaar staat de teller op bijna tachtig uitgaven: singles, elpees, cd’s en een enkele dvd. Sinds enkele jaren wordt druk gewerkt aan de uitbreiding van de stal met ‘recentere’ artiesten, zoals Big Hare en Heartsnatcher. Wim Dekker geniet nog altijd van de dynamiek die de muziek, veel meer dan de film, met zich meebrengt. En van het feit, dat hij mede dankzij de vestiging van de perserij Record Industry in Haarlem, met zijn eigen Blowpipe, en collega-labels als Geertruida en Narrominded een nieuwe muzikale en culturele opleving in de provinciehoofdstad meemaakt. Al met al een hele fijne herbeleving van die belangrijke periode uit de vroege jaren ’80, voor de man, die nog lang niet klaar is.

Meer luisteren
Meer over Blowpipe Records, alsmede de gehele catalogus is terug te vinden op de website Blowpipe.org. De uitgegeven muziek, waarvan een selectie voorbijkomt tijdens het interview, is te beluisteren via Bandcamp. Aanraders zijn de samplers van het label uit 2012, 2013 en 2014, waarop een goede dwarsdoorsnede van het label te horen is.

Editie 82: Yannick Tinbergen

Yannick Tinbergen is mede-eigenaar van het Haarlemmer muziekplatform en label Geertruida. Geertruida huisvest naast een label ook een studio, podium, gastenverblijf, platenzaak en gitarenwinkel. Yannick Tinbergen bestiert het platform samen met vrienden Marijn Westerlaken en Bert Zaremba. Het pand aan de Rijksstraatweg in Haarlem dient ook als repetitieruimte voor de vele bands waarin de vrienden zitten. Yannick Tinbergen speelt synthesizer, gitaar en zingt in diverse formaties. Een daarvan is de band Treasure of Grundo, waarvan in 2013 de plaat Dýsantzú verschijnt bij Geertruida.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Naast Treasure of Grundo, waar hij het synthesizerspel en de zang voor zijn rekening neemt, speelt Yannick Tinbergen nog in een aantal andere bands. Zo maakt hij deel uit van de liveband (His Rented Friends) van solo-artiest Floris Bates. Daarnaast zijn er nog een aantal projecten die een min of meer sluimerend bestaan leiden. Met de shoegazegroep RAAF speelt hij in de popronde van 2013. Van die groep staat overigens een EP in de planning. Een ander project is 2nd_sequential, een project uit 2009-2010 waar de hoofdrol is weggelegd voor synthesizer en drumcomputer. De muziek doet veel denken aan de nummers die in de jaren ’90 ook wel voor simulatiespellen geschreven zijn.

The Electricians
In feite, zo stelt Yannick, is zelfs de band The Electricians nooit gestopt. Het is de tweede groep waar Yannick Tinbergen deel van uit maakt. Het is de ludiek bedoelde reactie op een eerdere band die ze vormen. Met de band Psychic Signal spelen ze voornamelijk grungerock. Tot hun teleurstelling zijn de reacties niet altijd even positief. Dus besluiten Yannick, samen met onder andere vriend Joost tot de oprichting van The Electricians. Met als voornaamste doel het schrijven en uitvoeren van muziek die niet om aan te horen is. Tegendraadse melodielijnen, duidelijk ontbrekende drumpartijen (de band heeft geen drummer) en een tergende loomheid vormen het recept voor het repertoire van de band. Tot hun eigen verbazing weten ze met de schijnbaar onmogelijke muziek toch een aantal liefhebbers te bereiken.

Treasure of Grundo
Met The Electricians begint Yannick Tinbergen bedoeld of onbedoeld aan een theoretisch aandoende benadering van muziek maken. Wellicht mede ingegeven door het feit dat hij verslingerd raakt aan de synthesizer, waarop het zeker in het begin vaak lang zoeken is naar het gewenste geluid, maar waar de zoektocht naar het gewenste effect ook weer uitmondt in nieuwe inspiratie.
Het resultaat is vaak wel een stuk beter te beluisteren dan het tegendraadse van The Electricians. In het geval van Treasure of Grundo levert dat een interessante, afwisselende en sferische plaat op. Waar instrumentale stampende electro-beats afgewisseld worden met weidse vergezichten die slechts voorzien zijn van een eenvoudige ritmebox. De kenners van de IJslandse avant-popscene zullen wellicht de hand horen van Pétur Úlfur Einarsson, die niet alleen de mixage en mastering van de plaat voor zijn rekening nam, maar ook enige bemoeienis heeft gehad met de arrangementen. De man is in zijn land bekend van de muziek van Pornopop en Black Valentine.

IJsland
De keuze voor Einarsson voor de mixage is niet uit de lucht komen vallen. Yannick Tinbergen heeft een bijzondere band met IJsland, en het muziekfestival Iceland Airwaves, waar de zeer productieve IJslandse muzikantengemeenschap haar beste beentje voorzet. Daar ziet Yannick de electropopartiest Berndsen optreden. Hij is meteen verkocht door het hoge kauwgomballengehalte van diens repertoire. Als blijkt dat het Berndsen niet lukt om de muziek op vinyl uitgegeven te krijgen, vormt dat voor Yannick Tinbergen de aanleiding om zelf een label op te richten. Het platform Geertruida is een label rijker. En de plaat is, mede door de export naar IJsland, een groot succes.

Twee jaar het label Geertruida
Berndsens ‘Lover in the Dark’ verschijnt in 2012. In de twee jaar dat het label nu bestaat hebben Bert, Yannick en Marijn met minimale middelen gebouwd aan een indrukwekkende catalogus van 11 titels op voornamelijk vinyl en cassette, en enkele samenwerkingen met andere labels. Daarbij hebben ze nog enkele titels op de plank van eerdergenoemde Floris Bates en het nieuwe The Frankenberries, waarvan binnenkort de debuutsingle bij Geertruida verschijnt. Yannick Tinbergen laat de A-kant ‘Green’ alvast de revue passeren. Meer informatie over Geertruida, de evenementen en andere zaken is te vinden op Geertruida.net. Daar is ook de plaat van Treasure of Grundo te verkrijgen. Of loop langs op Rijksstraatweg 144 in Haarlem.

Editie 81: Rik van Iersel

Rik van Iersel (1961) is een Eindhovens beeldend kunstenaar, vormgever, drummer en gitarist. Vanaf de tweede helft jaren zeventig is hij lid van diverse bands, waaronder Der Junge Hund, Senga Etna, LieberThee en Simulated Wood. Daarnaast is hij de drijvende kracht achter Het Beukorkest (later Buro Beukorkest, of kortweg Buro Beuk), een platform voor vrijzinnige kunst, tekst, theater en muziek. In het Beukorkest komt Van Iersels beeldende werk en de (improvisatie-)muziek samen. Het is ontstaan vanuit een expositie van Rik van Iersel in september 2002, ‘Add Instant Life’. In de kunstinstelling MU te Eindhoven betrekt hij voor het project een ruimte waarin hij zich richt op het vraagstuk: “Hoe ziet mijn kunst eruit, en hoe klinkt het als het zou bewegen?” Samen met andere muzikanten verzorgt hij performances in beeld en geluid in de ruimte, die daardoor veel meer weg heeft van een studio. Rik van Iersel heeft er dan al zo’n 25 jaar opzitten als muzikant en beeldend kunstenaar.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

De kiem voor Rik van Iersels opmerkelijke leven als muzikant en beeldend kunstenaar wordt gelegd in het ouderlijk huis van Van Iersel. Zijn vader werkt als kunstschilder en zijn moeder is naast beeldend kunstenaar ook dichteres en schrijfster van boeken. Rik groeit op in een groot gezin, dat mede door de omvang ervan en het beroep van zijn ouders veel wegheeft van een open huis. Het is er een komen en gaan van gasten, mee-eters en logés. Met hen komen de verhalen, kunst en muziek, die de jonge Rikkie gulzig tot zich neemt.

Drumles van Han Bennink
Rik van Iersel is wat ze tegenwoordig een beelddenker noemen: dyslectisch, sterk visueel georiënteerd en ook op die manier associatief denkend. Erg ver schopt hij het niet op de middelbare school. Iets dat zijn ouders al van verre zagen aankomen. Van kindsbeen af aan maakt hij bonte stripverhalen, en ook op school staat er meer in de kantlijn dan op de lijntjes. Zijn ouders hebben er vrede mee en stimuleren zijn ontwikkeling op dat vlak – maar ook in de muziek. Rik zet zijn eerste schreden als drummer bij een groepsles van drummer Han Bennink, waar hij door zijn vader naartoe is gestuurd. Benninks vrije benadering van het métier van slagwerker en de voorliefde voor improvisatie zijn bij Van Iersel niet aan dovemansoren gericht.

De affiches en uitgaven van Effenaar
In 1979 kan Rik van Iersel bij het jongerencentrum annex poppodium Effenaar aan de slag als ontwerper van affiches en het lijfblad van de Effenaar. Hij is er dan al enige tijd werkzaam als vrijwilliger Zonder scholing of ervaring met druktechnieken ‘bluft’ hij zich naar binnen. De ontwerpen die in zijn enthousiasme heeft gemaakt voor een aantal aankomende concerten weet de mensen die dan aan het roer staan bij het jonge podium te overtuigen. Rik van Iersel beschouwt deze periode nu als zijn ‘academiejaren’. Hij doet er veel ervaring op in de drukkunst en in wat wel en niet werkt op een affiche of letterbiljet. Met de jaren bij de Effenaar legt hij op geheel eigen wijze een stevige basis voor zijn verdere handel en wandel als kunstenaar.

Als 15-jarige begeeft Rik van Iersel zich veelal tussen oudere vrienden. Samen wordt er veel muziek gemaakt en geluisterd. Na enkele bands wordt het begin jaren ’80 tijd om een eigen muzikaal plan te gaan trekken. Samen met o.a. Horst Rickels en Joop van Brakel vormt hij de vrijzinnige punkgroep Der Junge Hund. Simpelweg omdat hij daar zijn voorliefde voor improvisatie en muzikaal eclect de vrije loop kan geven.

Nadruk op het beeldend werk
In de loop van de jaren ’80 timmert Rik van Iersel vooral als beeldend kunstenaar aan de weg. Hij ontwerpt albumhoezen, affiches en maakt schilderijen. Met name zijn schilderijen, die doorgaans gekenmerkt worden door een veelheid aan woorden en kleuren, vallen ook over de grens in de smaak. Hij exposeert in diverse landen, waaronder Duitsland en de Verenigde Staten. En hoewel hij met Der Junge Hund doorheen de tachtiger jaren nog geregeld optreedt, werkt hij op muzikaal vlak vooral op projectbasis. Veel repeteren en lange schrijfprocessen zijn door de drukte rondom het beeldend werk beiden niet aan de orde. Pas in de decennia daarna begint Rik van Iersel met anderen weer een langduriger samenwerkingen. Eén daarvan is Senga Etna, een in 2001 gevormde muziekgroep rondom Rik van Iersel, Siem Nozza en Younes Riad. De groep speelt eclectische, geïmproviseerde muziek. Van Senga Etna verschijnt in 2013 een titelloos album op vinyl en digitaal. Op het album wordt de luisteraar heen en weer geslingerd tussen uitbundige elektronische muziek, vuige noisepunk en vrijzinnige spoken word. De elpee is uitgegeven in een gezeefdrukte hoes en enkele bijbehorende kunstobjecten van de hand van Rik van Iersel. De plaat is verkrijgbaar via Bandcamp.

Brug slaan tussen beeldend en klinkend werk
De verzakelijking van de kunstmarkt maakt dat het werk van Rik van Iersel als schilder/ontwerper en als muzikant verder van elkaar verwijderd raken. Mede in een drang om dit weer (opnieuw) samen te brengen en om zijn eigen horizon opnieuw te verbreden volgt in 2002 de expositie ‘Add Instant Life’. Hiermee slaat Rik van Iersel een brug tussen de improvisatiemuziek, vormgeving en gesproken woord. Onder andere Thurston Moore, Terrie Ex, Han Bennink en de Haarlemse band Stuurbaard Bakkebaard werken mee aan de serie opvoeringen. Na een maand is duidelijk dat dit naar meer smaakt. Langzaamaan ontstaat het project dat later Beukorkest gaat heten. Eerst nog samen met Onno Kortland (bassist en zanger), Marc Koppen (slagwerker) en Timo van Veen (zang, gitaar en orgel) van Stuurbaard Bakkebaard als mede-dirigent, later ontstaan ook andere partnerschappen. Beukorkest laat zich het best omschrijven als een georkestreerde kakafonie, een structuur waarbinnen improvisatie gecontroleerd ontspoort.

Rik van Iersel en het Beukorkest
Het Beukorkest verzorgt in totaal zo’n vijf verschillende tours langs de grote popzalen en enkele festivals. Er verschijnen ook twee albums met liveregistraties: Obsiepisme (2007) en Kleine Hausmeister (2009). In 2011 worden in samenwerking met Kytopia een aantal nieuwe versies opgenomen, met als prominentste ‘Kraaien’ van André Manuels oude band Krang. De muziek verschijnt op een vinyl-EP. André Manuel is een van de vaste zangers en proclameurs van het Beukorkest. Naast hem hebben nog enkele tientallen kunstenaars een bijdrage aan het orkest geleverd. Variërend van gitarist Rene van Barneveld (Urban Dance Squad) en rapper Def P (Osdorp Posse) tot Dead Elvis (rockabilly-act), trombonist Patrick Votrian en dichter Amin.

Waar aanvankelijk de nadruk van het Beukorkest ligt op het muzikale aspect, verschuift, mede door de oprichting van het kunstplatform Buro Beukorkest, de nadruk meer en meer naar het theater en de beeldende kunst. Zo wordt in de ruimte van Buro Beukorkest in het Temporary Art Centre in Eindhoven ruimte geboden aan bijzondere kunstenaarsinitiatieven, en brengt (Buro) Beukorkest in 2011 het toneelstuk The Conductor Tales op de planken.

Een uitgebreide catalogus van strips, sculpturen, schilderijen en muzikale projecten van Rik van Iersel is te bewonderen op zijn eigen website.

Meer over de activiteiten van Buro Beukorkest is te zien op hun Facebookpagina of op de website van Buro Beukorkest.

Editie 80: Danalyze

Danalyze is de artiestennaam van zangeres en gitariste Daniëlle Cornelissen (Bussum, 1977). In 2003 begint ze met optredens als singer/songwriter, waarbij het Amsterdam Singersongwriter Guild een belangrijke springplank vormt. In de muziek van Danalyze speelt spiritualiteit een belangrijke rol. Daniëlle is sinds dit jaar ook betrokken bij de organisatie van het Cliviafestival in de VU Hortus, waar ze zorgt voor een gevarieerde en aansprekende muzikale programmering. Daarnaast is ze werkzaam als fotografe en geeft ze adviezen op het gebied van alternatieve geneeswijzen.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Naast haar optredens met eigen werk als Danalyze, treedt ze ook regelmatig op met andere artiesten. De ene keer gebeurt dit spontaan, maar ze is ook een periode vaste harmoniezanger geweest bij (onder andere) de Amsterdamse band The Mad Teaparty. Bij die band zingt ze ook mee op het album English Breakfast, dat verschijnt in 2014. Haar eerste bandje vormt ze echter nog in Bussum. Met de band The Suncows, waar Daniëlle hofleverancier van nummers is, doet ze mee aan de bandcompetitie Noord-Hollands Glorie, en met de opvolger Jasses doet ze mee aan de Grote Prijs van Nederland.

Van jamsessies bij OpSessie tot de fotografie
De muzikale wandel start ze al op jonge leeftijd. Zowel haar moeder als vader spelen piano. Als kind zwiert en zwaait ze door de huiskamer op de klanken van moeders klassieke spel, en op iets latere leeftijd zingt ze tweede stem als haar vader nummers uit het poprepertoire speelt. Uiteindelijk duurt het nog tot haar 15e vooraleer ze de gitaar oppakt en ook even lessen volgt. Uiteindelijk kiest Daniëlle ervoor om vooral autodidactisch te werken, dus meer op gevoel en gehoor te oefenen. In haar tienerjaren komt ze ook als vrijwilliger bij het toenmalige Bussumse jongerencentrum OpSessie (aan de Brediusweg) terecht. Samen met een vriend coördineert ze de jamsessie van het centrum. Daarnaast is de vaste fotografe van het jongerencentrum, in die hoedanigheid legt ze vele concerten vast. Later besluit Daniëlle daar haar vak van te maken, ze volgt een opleiding aan de Fotovakschool. Ze heeft vooral werk als popfotograaf en verzorgt vele bandportretten. In haar autonome werk legt ze veelal bijzondere details en heeft ze oog voor bijzondere stadsgezichten. Haar werk is diverse malen geëxposeerd geweest.

Vanaf 2003 solo
In 2003 besluit Daniëlle Cornelissen, dan woonachtig in Amsterdam, als singersongwriter op te gaan treden. Als Danalyze treedt ze op talloze podia en festivals op. Een auto-ongeluk in 2006 en de daarbij opgelopen whiplash gooit echter roet in het eten. Het werk als fotograaf komt – tot voor kort – stil te liggen, maar de muziek pakt ze, ondanks haar fysieke gesteldheid al snel weer op. Ook heeft ze snel weer betaalde optredens. Desondanks werkt het nog altijd frustrerend dat ze nog altijd beperkt wordt in haar gitaarspel, zeker in combinatie met zang. Dat neemt niet weg dat haar ervaring als podiumartiest navenant toeneemt, en heeft ze gemiddeld zo’n zes optredens per maand. Recent ook nog op het THISSfest, De Karavaan en het Magneet Festival. Tijdens haar reizen brengt ze haar set tot over de landsgrenzen, onder andere in het door haar geliefde Griekenland. In 2010 verschijnt haar EP Debút op cd en op iTunes. De opnames voor de cd vinden plaats in Brussel, een hectische en leerzame tijd.

De EP ‘Début’ (2010)
De muziek op de EP van Danalyze betreft solo-opnames, iets dat in het geval van Danalyze niet direct voor de hand liggend is. Al bij het ontstaan van haar muziek hoort Danalyze de strijkers, koren en andere instrumenten er als vanzelf bij. Het omzetten naar concrete arrangementen is daarom nu vooral de prioriteit, en de opnames van al die verschillende instrumenten is ook nog aardige kluif. Mede daardoor is het album nog niet verschenen. Ondertussen speelt Danalyze live niet alleen solo, maar speelt ook samen met violistes als Anne Bakker en Moniek de Leeuw, contrabassist Jaap Cohen en diverse andere muzikanten.

Meer over het tourschema van Danalyze is te vinden op haar Reverbnation of op haar Facebook. De muziek van de EP ‘Début’ is nog altijd te bestellen via iTunes en Bandcamp.

Foto door Hana Houdkova.

Editie 79: Anne Chris

Anne Chris (1977) is zangeres in de soul en jazz. In 2003 rondt ze haar studie af aan het Conservatorium in Amsterdam, neemt een demo op met haar band en belandt Anne Chris zowaar op het prestigieuze North Sea Jazz-festival in Den Haag. Het is een vliegende start voor de jonge muzikante, die al rap op diverse andere grote festivals speelt, en ook over de landsgrenzen. Er verschijnen in de periode tot nu in totaal drie albums, waarvan Just Kissed The Sun het recentste wapenfeit is. Voor het album werkt ze voor het eerst samen met arrangeur en pianist Daan Herweg. Het album is tevens op genomen in Herwegs Key Element Music Studio in Amsterdam. Naast haar nieuwe bandgenoten Herweg, (Kasper) Kalf en (Jasper) Van Hulten werken ook een aantal mensen mee die eerder te horen zijn op haar albums. Zo geeft saxofoniste Tineke Postma opnieuw acte de présence op de cd.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Vogeltje Zing Maar
Eén van de andere musici met wie Anne Chris geregeld samenwerkt is bassist Cord Heineking. Hij speelt mee op haar debuut Tomorrow Is Today (2004) en de tweede langspeler Play For Now (2010), waar Heineking ook de productie voor zijn rekening neemt. Ook produceert hij de cd Vogeltje Zing Maar, die verschijnt in 2013. Dat album is het tastbare resultaat van een bijzonder project, waarbij Anne Chris met haar vader gitarist Peter Dekker, Cord Heineking en enkele andere muzikanten kinderliedjes uitvoeren die Peter Dekker begin jaren ’80 voor Anne Chris geschreven heeft. En daar zitten absoluut nummers tussen met eeuwigheidswaarde. Vergelijkingen met klassiekers als ‘Roodborstje tikt tegen het raam’ en ‘Suja suja egeltje’ kunnen worden gemaakt, het zijn kinderliedjes die niet per sé kinderachtig hoeven te zijn. Live brengt Anne Chris de muziek samen met Cord, waarbij eerstgenoemde haar zang begeleidt op piano en gitaar. Dat laatste instrument is voor haar weliswaar nog redelijk onontgonnen terrein, met de ondersteuning door Peter Dekker komt ze er wel.

Van violiste tot zangeres
Muziek wordt er bij haar beide ouders (haar moeder zingt veel) thuis dus wel gemaakt, en er werd ook veel geluisterd. Door zangeressen als Sara Vaughan (het nummer Perdido) en Stan Getz’ uitvoering van The Girl From Ipanema raakt de jonge duizendpoot Anne Chris betoverd door de jazz. Een duizendpoot: van jongs af aan speelt ze viool, zingt in musicalopvoeringen en doet aan (jazz)ballet. De zang komt daar nog eens bij. Op haar dertiende volgt ze haar eerste zanglessen bij de Alkmaarse zangeres Annet Brouwer, zelf ook actief als jazzvocaliste. Het ballet, de musical en viool ten spijt zet ze door in het zingen. In 1996 wordt Anne Chris aangenomen bij het Hilversums Conservatorium, dat later opgaat in het Conservatorium van Amsterdam. Aan het conservatorium studeert ze zang in de richting van de lichte muziek. Ze ontdekt er, naast veel nieuwe muziek, ook het plezier in het mixen van verschillende stijlen, als soul, jazz en pop.

De nieuwe liveband
Door haar studie aan het Conservatorium (richting lichte muziek) doet Anne Chris naast nieuwe muziek ook veel muzikale vrienden op. Ook komt ziet ze ongelooflijk veel jazzmusici optreden door haar werk als kassameisje bij het oude BIM-huis. Haar huidige bandgenoten kent ze toch vooral van haar studie. Allen hebben ze al een respectabele staat van dienst opgebouwd. Daan Herweg scoort enkele hits als arrangeur (en bandleider) van Caro Emerald, schrijft mee aan een nummer-1-hit van Lange Frans en Baas B (Zinloos) en presenteert in juni 2014 de debuutplaat met instrumentale jazz van zijn Daan Herweg Trio. Bassist Kasper Kalf en drummer Jasper van Hulten spelen allebei een periode in The Young Sinatras. Van Hulten is in de periode rond de single ‘Onderweg’ de drummer van de band Abel en speelt in Eric Vloeimans’ Gatecrash. Kalf speelt verder onder andere Young Sinatras (net als Herweg). Met deze band staan al aardig wat optredens op de rol, en daar zullen nog de nodige data aan worden toegevoegd. Of, net als met haar vorige band buitenlanden als Marokko, India en Thailand opnieuw op het programma zullen staan is nog de vraag. Dat er landsgrenzen overschreden zullen worden is zo goed als zeker: het buitenland lonkt.

Meer over Anne Chris, haar concerten en de verschenen platen, is te vinden op haar website.
De kinderliedjes van Peter Dekker zijn, naast in de betere platenspeciaalzaak, ook online te beluisteren en te bestellen op de webstek van Vogeltje Zing Maar.

Editie 78: Jeroen Besseling

Jeroen Besseling (Heemskerk, 1981) is programmeur bij het poppodium De Bakkerij in Castricum. Het podium probeert ondanks dat het geen subsidie ontvangt, toch beginnende artiesten en wat experimentelere muziekstromingen een podium te bieden. Daarnaast is Jeroen Besseling betrokken bij het kersverse label Life’s A Beach, een label dat zich naar eigen zeggen richt op de wat experimentelere loten aan de (Nederlandse) muzikale boom. Zelf maakt Jeroen Besseling ook muziek, hij is drummer en zanger bij de uitbundige, feestelijke elektro/popgroep Het Brein Dat Kwam Uit De Ruimte. Dit jaar komt het nieuwe (tweede) album ‘Gewoon, Wereldoverheersing’ uit bij het label Life’s A Beach. Daarop zal ook een nieuwe versie staan van het succesnummer ‘De Zesde Dimensie’. Deze editie met Jeroen Besseling is opgenomen in Het Muziekfort in Beverwijk, de vaste oefenlocatie van Het Brein.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Een band met trouwe fans
Sommige bands hebben het: een trouwe schare fans. Bekende voorbeelden zijn de Zaanse “fanfare-punk”-band De Kift en het olijke poppy duo Lieve Bertha. Maar ook de Castricumse band Het Brein Dat Kwam Uit De Ruimte kan rekenen op een grote groep ‘volgelingen’. Zo wordt er een youtubekanaal bijgehouden met heel veel opnames van liveshows, hebben ze fanvideo’s en wordt er een heuse fansite bijgehouden. Dat enthousiasme van andere muzikanten was mede aanleiding om in eerste instantie al door te gaan met dit muzikale project, dat aanvankelijk alleen was gestart voor de regelmatig terugkerende zogeheten Koffietok-avonden. Avonden in het Castricummer jongerencentrum De Bakkerij met telkens een ander thema. Het idee was dat muzikanten bands vormden rondom dit thema en na drie keer repeteren één show spelen. De bezetting van toen (Jeroen ‘Beng’ Besseling op drums en zang, Jasper ‘Spook’ Everaerd op toetsen, vocoder en zang en Steven ‘Goeven’ van Egmond op gitaar, bas en zang) is niet gewijzigd. Ze brengen in 2008 een album uit, ‘De Invasie Is Begonnen’, een EP in 2009 (‘De Zesde Dimensie’) en eind 2014 verschijnt het langverwachte tweede album, ‘Gewoon, wereldoverheersing’ bij het label Life’s A Beach. En wederom met de hulp van vele trouwe fans.

Een uitbundige en theatrale live-act
Het Brein Dat Kwam Uit De Ruimte speelt eclectische shows, waarbij de bandleden zijn uitgedost in glimmende kostuums. De band bestaat uit ruimtewezens afkomstig van een verre planeet, die op Aarde zijn geland voor wereldoverheersing. Het geheime wapen: pakkende muziek, vol van glitter en rafel. Daarmee is meteen ook de rode draad gegeven die door het repertoire van de band loopt. Of het met de nieuwe plaat tot werelddominantie komt, is nog even afwachten. Vooralsnog kreeg de groep buitenaardsen diverse festivals aan de voeten, zoals het Magneet Festival, Preipop, Uit Je Bak en On(w)ijs Festival. Ook speelden ze in zalen als de voormalige De Kade (Zaandam), Victorie (Alkmaar) en De Bakkerij, vanzelfsprekend.

Programmeur bij De Bakkerij
Jeroen Besseling is naast drummer van Het Brein, ook al jarenlang vrijwilliger bij het podium De Bakkerij. Sinds anderhalf jaar is er Jeroen Besseling actief als programmeur bij het Castricumse podium. De doelstelling van De Bakkerij is ideëel te noemen: ondanks dat ze geen subsidie ontvangen, draaien ze een programmering met veel beginnende en opkomende bands. Muzikanten die zich wagen in een genre dat zich buiten de mainstream-muziek begeeft wil Jeroen Besseling graag een plek bieden. Hoewel het ook lastig laveren is tussen een risicovollere programmering en het financieel gezond houden van het podium. Nu het podium kan gaan verbouwen (waardoor de capaciteit op 265 man komt te staan), wordt het een stuk eenvoudiger om – als middengroot podium – ook grotere en luidere bands te programmeren.

Het label ‘Life’s A Beach’
Naast zijn werk als programmeur voor De Bakkerij heeft Jeroen Besseling zich ook aangesloten bij het nieuwe label Life’s A Beach. De doelstelling van het Noord-Hollandse label komt sterk overeen met het doel dat De Bakkerij voor ogen heeft. Life’s A Beach wil graag een brug slaan tussen het experiment dat plaatsvindt in de muzikale kweekvijver en de hoofdstroom van muziek dat op de radio te horen is. Het oprekken van de mainstream alternatieve muziek en daarmee ook de muzikale voorkeur van het grotere publiek beïnvloeden. Nogal een ambitie, het moet gezegd. Maar feitelijk is het de wens van veel muzikanten met een wat eigenzinniger inslag voor diens muziek een publiek zoeken. Jeroen Besseling kijkt nog altijd meewarig naar andere landen, als België of Frankrijk, waar het experiment veel meer vanzelfsprekend is binnen de muziektraditie. ‘Er zou in Nederland eindelijk eens wat minder op veilig moeten worden gespeeld.’

De single ‘De Zesde Dimensie’ (nieuwe versie) verschijnt in september 2014 bij Life’s A Beach.

Meer informatie over het doen en laten van Jeroen Besseling:
Life’s A Beach
Het Brein Dat Kwam Uit de Ruimte (officiële website)
Podium De Bakkerij
Jeroen Besseling, de dichter.

Editie 77: Pieter Perquin

Pieter Perquin (Perquisite) is producer en componist. Hij is momenteel vooral bekend als schrijver van productiemuziek en zijn samenwerking met zangeres Kris Berry. In de zomer van 2014 verzorgen zij een tour langs (vooral Nederlandse) festivals, om zich daarna weer te storten op hun eigen projecten. Momenteel werkt Pieter Perquin onder meer samen met Alain Clark aan de titelsong van een nieuwe bioscoopfilm. Rond 2005 verwerft Pieter Perquin veel bekendheid met rapper Pete Philly, met wie hij een duo vormde als beatcreator/componist.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Kris Berry & Perquisite

In de zomer van 2014 is Pieter Perquin vooral druk met optredens van Kris Berry & Perquisite. In 2013 verscheen de langspeler Lovestruck Puzzles op Pieters label Unexpected Records. De liveband bestaat naast Kris & Perq uit gitarist Marnix Dorrestein (ex-Über-Ich, Anne van Veen), toetsenist Jasper Slijderink (met wie Pieter ook werkte aan diverse films), slagwerker Jelle Huiberts (Rita Zipora, ex-Über-Ich), saxofonist Floris van der Vlugt (Windkracht 7). Recent verscheen het nummer Birds and Branches (niet op het album) van het duo op single. Het nummer is speciaal geschreven voor de Nacht van de Vluchteling.

Ook bij de critici blijft het album niet onbesproken. De langspeler is lovend ontvangen door de pers. Het album is in 2014 bovendien genomineerd voor beste album bij de 3FM Awards. In 2013 is de single Let Go al Megahit bij de radiozender. Hoe het album in Japan valt is voor nu even afwachten: de plaat is in juni 2014 in het verre oosten uitgebracht door het Japanse label P-Vine.

De cello

Pieter Perquin komt uit een familie van artsen, architecten en kunstenaars. Zo is zijn vader werkzaam als psychiater, en zijn moeder is huisarts. Herbert Perquin, opa van Pieter, stond al op de planken met cabareteske liedjes en een oom van hem is werkzaam als componist. Hoewel er geen professionele muzikanten huizen in het ouderlijke huis van Pieter Perquin, wordt er wel de nodige muziek gemaakt. Vader speelt viool, en zijn moeder zingt in die tijd in een koor.

Omdat Pieter over lange vingers beschikt, vinden zijn ouders het een goed idee dat hij cello gaat spelen. Daarom geven ze hem met zijn zevende verjaardag een (huur)cello in handen. Aanvankelijk niet tot het grote plezier van Pieter zelf, maar alnaargelang hij met het klimmen der jaren de techniek in de vingers krijgt, volgt het plezier als vanzelf. Hij speelt als jongeling bij een aantal jeugdorkesten, en voornamelijk het klassieke repertoire. Van die cello heeft hij nog altijd veel plezier.
Het repertoire is wel verschoven van de klassieke werken die hij tot zijn achttiende speelde, naar het geïmproviseerde werk van nu. Zo gebruikt hij het instrument ook op het podium bij optredens met Kris Berry.

Van klassiek naar hiphop

Het puberen begint, en daarmee de ontdekkingstocht naar andere muziek dan het klassieke werk. Daar is de hiphop zijn leven binnen komen denderen. The Fugees, A Tribe Called Quest: dat soort werk. Samen met een vriend, die zich The Zoner noemt (nu bekend als Jordan River Banks), en Pieter is The Swinekiller (naar verluidt een zinspeling op de herkomst van de familienaam). Samen maken ze hiphoptracks, met eenvoudige computerprogrammaatjes, en verzorgen de raps.

Op zijn negentiende maakt Pieter Perquin als Perquisite zijn eerste soloplaat, een instrumentaal werk waarbij hij samenwerkt met saxofonist Benjamin Herman, Outta Nowhere. In 2002 volgt de tweede EP, Double Vision. Ze verschijnen op zijn eigen label Unexpected Records. Twee jaar later brengt hij de North West Metropolis EP uit, waarop hij samenwerkt met onder andere Pieter Monzon, die optreedt onder het pseudoniem Pete Philly. Een samenwerking die voortgezet wordt en resulteert in een aantal grote successen. De Amsterdamprijs voor de Kunst, een Europese clubtour in 2008 en een top 40-notering met het nummer Mystery Repeats (ook bekend van de Karwei-reclames). In 2009 ontvangt Pieter Perquin het Duiveltje voor Beste Producer.

Minder samplegebaseerd

Dat jaar markeert ook de overgang naar een nieuwe muzikale richting. Pieter Perquin gaat zich meer en meer richten op het componeren en produceren van muziek voor theater en film. Ook hier weer niet zonder in de prijzen te vallen. Met een van zijn eerste “klussen”, de film Carmen van het Noorden sleept hij een Gouden Kalf in de wacht voor de beste filmmuziek. Meer en meer maken de samples plaats voor zelf ingespeelde muzikale bouwstenen.

Dat is bij de plaat Mystery Repeats met Pete Philly al te horen, maar in zijn filmwerk komt dat ook sterk naar voren. Ook maakt de elektrische gitaar zijn opwachting, een instrument dat tot de plaat Across (2010) eigenlijk niet voorkomt in Pieter Perquins muzikale vocabulair. Daar was dan ook een Radiohead-periode voor nodig. Op de plaat Lovestruck Puzzles die hij maakt met zangeres Kris Berry, is het aantal samples minimaal en is diezelfde elektrische gitaar (bespeeld door voormalig Über-Ich-gitarist Marnix Dorrestein) eveneens prominent.

Waar de volgende stap op het muzikale pad van Pieter Perquin gezet gaat worden is ook voor hemzelf nog een vraag. Zeker is wel dat er nog een aantal films aankomen die door hem van muzikale omlijsting worden voorzien. Maar of zijn zelfstandige muzikale werk een stap terug naar de hiphop wordt, of een samenwerking met een andere muzikant is nog even ongewis. Ondertussen hebben de bandleden Jelle Huiberts en Jasper Slijderink van Kris Berry & Perquisite elkaar al gevonden in de liveband van Marnix Dorresteins soloproject IX.

Meer over Perquisite, zijn tourschema en een greep uit zijn totale repertoire is te vinden op zijn website.
De plaat van Kris Berry en Perquisite is te beluisteren en te bestellen op hun gezamenlijke website.

Editie 76: Boris Manintveld

Boris Manintveld (1985) is de drummer van de Nederlandse reggaebands The Upsessions en Boss Capone. Daarnaast verzorgt hij het live slagwerk bij de drum ’n bass/dubstepband DropMix. Na afronding van zijn studie aan de Herman Brood-academie in Zwolle is hij begonnen aan een studie aan het Conservatorium van Amsterdam. Na de zomer begint Boris Manintveld daar aan zijn afstuderen. Boris studeert er als slagwerker en zal afstuderen met zijn band The Upsessions. Met deze band speelt hij een mix van vroege reggae (zoals die eind jaren ’60 op Jamaica gespeeld is) en, vanaf het moment dat de plaat “Shake It” verschijnt in mei 2014 ook de nodige dubinvloeden.

Sla dit audiobestand in op jouw toestel: klik hieronder op Sla deze editie van de interviewserie in als podcast / audiobestand op jouw computer, mobiele telefoon of tablet

Boris Manintveld speelt nu zo’n 5 jaar bij The Upsessions en heeft als zodanig de band min of meer zien verschuiven van ‘puur en alleen’ die eerder genoemde vroege reggae (early reggae) naar een band die zich, net als de reggae destijds, qua stijl ontwikkelt. Op de plaat “Shake It” wordt de muziek dan ook geregeld gedubt (muzikaal uitgesmeerd, doorgedeund, in de positieve zin des woords). Dat wordt nog eens versterkt door de gastbijdrage van Lee “Scratch” Perry, een oude rot in de reggae (vooral als producer) en een idool van de band. Hij was ook een van de eersten die met de dub werkte in de reggae. Hoe toepasselijk is het dan ook dat hij op deze plaat ten tonele verschijnt. Overigens ook op deze plaat wat uitstapjes naar andere stijlen die tijdgenoten van de early reggae. Zo ademt het nummer “Funky Lumpini” de gefunkte haken die we kennen van The Meters en horen we de calypso meer dan eens voorbij komen.

Hedendaagse reggae
Voor Boris Manintveld is het overigens niet de eerste keer dat hij in de stijl van de reggae drumt. Bij Karmakonga, een reggae/dubband rondom zangeres Maaike Lans, verzorgde hij ook het slagwerk. Al speelde deze band een wat meer hedendaagse vorm van reggae. De band bereikte de finale van onder andere de Grote Prijs van Nederland en de Amsterdam Popprijs. In 2008 verscheen de eerste en enige langspeler “Like we Like”. Door de muziek van de Aggrolites raakte Boris uiteindelijk verzeild bij die oudere muziekstijlen, die hij nu zo veel beoefent.

Debuutalbum ‘The Tension’ met Boss van Trigt
De komende tijd wordt er veel getourd, en speelt hij met zijn bands op festivals in binnen- en buitenland. Ook worden de voorbereidingen getroffen voor de release van het debuutalbum van The Tension, een nieuw project van veelschrijver Boss van Trigt. Ditmaal legt hij zich toe op de bossa nova, rumba en andere tijdgenoten en doet dit weer met talloze onoorbare orgels. Voor de drumpartijen is Boris wederom ingevlogen en ook in de liveband neemt hij plaats achter de trommels. Na The Upsessions en Boss Capone is dit de derde band die ze samen vormen.

Voor het tourschema van DropMix, Boss Capone en The Upsessions, checke men de respectievelijke websites. Voor meer tourdata van Boss Capone, zie hun Facebook.

10-jarig bestaan van The Upsessions
In 2016 verschijnt van The Upsessions het vijfde album: ‘Double Jackpots: This is The Upsessions‘. Het markeert tevens het tienjarige bestaan van de band. Het nieuwe album, het eerste in twee jaar tijd, wordt gevierd met een Duitse en Nederlandse clubtour. De plaat is te verkrijgen via het Duitse label Grover annex Moskito Mailorder, bij optredens en in de betere platenzaak. Daar vind je trouwens ook de EP (7″ vinyl met CD) die voor het 10-jarig jubileum is uitgegeven.

Verwante gasten in De platenkast van: Boss van Trigt (The Upsessions, Boss Capone, The Tension) |||